Saturday, February 16, 2013

APELDOORN-GRONINGER COMBINATIE 7½-2½ KANSLOOS!

Chauvinistische conclusie: geen goede dag voor een schaakwedstrijd.

Een tegeltjeswijsheid voor de witte 3e-bord speler: "Zelfkennis is de start van verbetering!" (BAAB)

APELDOORN-GRONINGER COMBINATIE 7½-2½, KANSLOOS!
 (door Erik Hoeksema)
Door de jaren heen hebben we altijd goed gescoord tegen Apeldoorn, maar deze keer ging  het lelijk mis. De reden is heel simpel: zij hebben betere spelers, hun gemiddelde rating lag bijna 100 punten hoger.  Ook de ranglijst spreekt boekdelen. Apeldoorn staat tweede, wij moeten ons best doen om niet te degraderen, dus heel verrassend is de uitslag niet. De nederlaag viel uiteindelijk wat fors uit, maar een gelijkspel heeft er geen moment ingezeten. De tien partijen in vogelvlucht:

1. Sipke Ernst versloeg Artur Jussupow! Sipke deed er zelf heel luchtigjes over, alsof winnen van een levende legende dagelijkse kost is. Een levende legende, jazeker! Midden jaren tachtig was Jussupow na Karpov en Kasparov een tijdje de nummer drie/vier van de wereld. In Nederland werd hij vooral bekend door zijn spannende tweekampen met Timman. Uiteraard is de Russische Duitser er met het klimmen der jaren niet sterker op geworden. In de opening leek hij zelfs helemaal weggeblazen te worden door Sipke. Als ze mij hadden verteld dat er een zwakke clubschaker achter de zwarte stukken zat, die geen flauw idee had wat hij moest doen in een Damegambiet-achtige structuur – ik had het meteen geloofd. Maar ja, daar zat wel Artur Jussupow, voormalig wereldtopper en nog steeds een grootmeester met een rating boven de 2600. Jussupow offerde een kwaliteit om nog iets van tegenspel te krijgen, maar Sipke liet deze enorme prooi niet meer glippen.

2. Voor Jan Werle was het een martelgang van ruim vier uur. Het was echt lijden. Langzaam maar zeker ging hij ten onder aan een zwakke pion, het leek een modelpartij van tegenstander Zaragatski. Die jongen is een echte strateeg, tegen hem moet je een dynamische partij hebben met veel tactische verwikkelingen – alleen dan is-ie kwetsbaar.

3. Zelf moest ik het opnemen tegen GM Roeland Pruijssers, topscorer van de Meesterklasse. Lange tijd hing hier een kleine sensatie in de lucht. Ik had alle kansen om hem van zijn 100% score af te helpen, maar op de beslissende momenten rekende hij veel beter dan ik. En een oude voetbalwet leert ons: als je zelf niet scoort, vliegt die bal er bij jou ineens wel in. Nadat ik al mijn aanvalskansen in rook had zien opgaan, gaven zijn oprukkende centrumpionnen de doorslag. Niet onaardig gespeeld, maar slecht rekenen en altijd mijn eigen kansen onderschatten zijn chronische zwaktes die helaas niet meer uit mijn spel zullen verdwijnen.

4. Bonno Pel demonstreerde in iets Pirc-achtigs weer geheel eigen inzichten. Al heel lang doe ik geen enkele poging meer om het spel van Bonno te begrijpen, dat is onbegonnen werk. Ik zat ernaast en dacht dat zwart leerzaam werd opgerold, maar plotseling  had Bonno toch aardige kansen. Een langdurig gevecht dat heerlijk op en neer golfde, remise leek een terecht resultaat. Lang niet slecht, met zwart remise tegen IM Merijn van Delft.

5. Jasper Geurink haalde met wit zijn geliefde Vierpaardenspel met g2-g3 van stal, maar andermaal bleek dat wit daarmee niets bereikt tegen een tegenstander die zijn zaakjes goed kent. Een paar rondes geleden was dat David Klein, deze keer had GM Maarten Solleveld al snel de touwtjes in handen. Een pionoffer van Jasper  haalde niets uit en eigenlijk verloor hij volkomen geruisloos. Nee, na 1.e4 e5 zijn er maar twee openingen waarmee wit op voordeel mag hopen: Spaans of Schots. Al het andere is leuk voor op de club, maar tegen echt sterke tegenstanders kom je er nergens mee.

6. Grisha Kodentsov bracht met zwart de Breyer-variant van het Spaans op het bord. Geen Najdorf deze keer, Grisha streeft naar een universele stijl en eist daarom van zichzelf dat hij alle structuren verkent. Tegenstander Rijnaarts verslond zeeën van bedenktijd in de opening, en kwam uiteindelijk met een originele aanpak op de proppen. Mijn gevoel zei me: dit kan niks zijn voor wit maar achter het bord lukte het Kodi niet om de problemen op te lossen. Hij belandde in een beroerd dame-eindspel en kwam er niet meer aan te pas.

7. Iozefina Paulet speelde haar eerste partij van het seizoen. Tegen het Siciliaans waagt ze zich niet aan hoofdvarianten, maar het zijvariantje met Lb5 dat ze op het bord bracht is volstrekt ongeschikt om zwart het leven zuur te maken. IM Kabatianski greep met zwart al het snel het initiatief en had een heel gemakkelijke middag. Geloof me Iozefina, ik weet waar ik het over heb, tegen zo’n oude man als Kaba moet je gewoon open Siciliaans spelen, vlieg hem naar zijn strot, daar houden oude meesters niet van.

8. Joost Wempe met wit of met zwart, dat is een wereld van verschil. Joost met wit is een speler die in zichzelf gelooft,  hij lijkt dan voor niets of niemand bang, hij straalt een en al spelvreugde uit. Maar Joost met zwart is geen vrolijk gezicht. Hij ziet af, hij lijdt, hij torst al het wereldleed op zijn schouders. Altijd heeft Joost een slechte Franse loper, gruwelijk, je wenst het je ergste vijand niet toe. Deze middag had Joost helaas zwart. Hij ruilde rechtstreeks vanuit de opening af naar een vreugdeloos eindspel, en daarin werd hij met akelige precisie weggetikt.

9. Jorden van Foreest kwam met wit al snel in moeilijkheden tegen IM Stefan Kuipers. Net als Iosefina koos hij ook voor een onbenullig zijvariantje, ik vind het eerlijk gezegd geen gezicht. Jeugdspelers moeten uitsluitend scherpe hoofdvarianten spelen, een schuiver kun je later altijd nog worden. Ik klink nu een beetje als Donner die een jonge Timman de strenge tucht aanzegt, maar mijn gratis advies aan Jorden luidt: keihard die main lines uit je hoofd leren en alles zo scherp mogelijk! Afgezien van de mislukte opening niets dan lof voor Jorden: hij hield keurig stand en ontsnapte met remise door eeuwig schaak.

10 Michael Riemens en Arthur van de Oudeweetering heb ik leren kennen als uitstekende spelers met één grote zwakte: hun tijdverbruik. Mag ik dit zeggen? Ja, dit mag ik zeggen. Al een leven lang komen ze in gierende tijdnood en geven daarin alles weg. Dit onderlinge duel paste prima in deze traditie. Arthur kwam met duidelijk voordeel uit de opening, maar bedierf alles -  uiteraard na zeer lang nadenken – met een onnodig stukoffer. Michael counterde uitstekend, kreeg winnende aanval, kon kiezen uit vele winsten maar in zijn laatste seconden blunderde hij een vol stuk weg. Toen stond het weer ongeveer gelijk en nadat beide heren de tijdnood (bijna letterlijk) hadden overleefd werd het punt gedeeld. Jammer, deze partij had Michael natuurlijk moeten winnen.


Verslag volgt nog. Hier zijn vast de partijen en het verslag van de tegenstander.




Accres Apeldoorn
2401Groninger Combinatie23417,52,5
1.
A. Jussupow2608S. Ernst256201
2.
I. Zaragatski2457J. Werle253710
3.
R. Pruijssers2534E. Hoeksema235210
4.
M. van Delft2391B. Pel22880,50,5
5.
M. Solleveld2511J. Geurink233510
6.
S. Rijnaarts2352G. Kodentsov227310
7.
A. Kabatianski2414I. Paulet228710
8.
N. Zwirs2215J. Wempe228510
9.
S. Kuipers2436J. van Foreest22220,50,5
10.
A. vd Oudeweetering2314M. Riemens22710,50,5